Om uit te leggen waarom ik informatie aan de staatsveiligheid gaf moeten we eigenlijk terugkeren naar 2004. In dat jaar kwam ik voor het eerst in contact met het toenmalige Vlaams Blok.
Tot daarvoor had ik geen enkele partijlidkaart. Ik kom niet uit een Vlaams nationalistisch nest, mijn grootouders waren geen "bruinen" en ik had geen enkele politieke achtergrond en al zeker niet in de richting van het Vlaams Blok. Sterker, ik was tot dat moment lid én vakbondsafgevaardigde voor het ACOD - sector politie. Verder weg van het VB kon je toen niet staan. Op vraag van Filip Dewinter ben ik aan de slag gegaan bij het toenmalige Vlaams Blok. Je moet dat allemaal in zijn tijdsgeest bekijken : het VB zat toen op zijn electorale top, de gebraden kippen vlogen hen in de mond. De partij was ook aan het vernieuwen en het verbreden. Ten minste, dat dacht ik toch... O.a. ook Jurgen Verstrepen en wijlen Marie-Rose Morel traden op hetzelfde moment toe. Mijn taak was om de standpunten over veiligheid en justitie te actualiseren en de partij te helpen moderniseren. Al snel kreeg ik er een tweede job bij : ik werd de woordvoerder en persverantwoordelijke van Filip Dewinter.
Vanaf dat moment gingen alle deuren dicht. Vrienden haken af, mensen bekijken u scheef en ik kan het aantal keer dat ik bier naar mijn hoofd gesmeten kreeg in de Antwerpse binnenstad niet meer tellen. Maar niet alleen ik werd geviseerd. Ook vrienden van bij de politie, echte persoonlijke vrienden, werden gestigmatiseerd. Hun telefoons werden in de gaten gehouden, zij kregen huiszoekingen bij hen thuis, etc. De "rechterhand" worden van iemand als Filip Dewinter heeft zo zijn gevolgen in dit land. Ik was tegen wil en dank een racist, een ongevoelige harde VB'er. De rechterhand zijn van Filip Dewinter heeft me voor de rechtbank ook geen cadeaus opgeleverd, maar eerder het omgekeerde.
Reeds in 2004 waren er al momenten dat ik mij niet thuis voelde in de club van die zogenaamde Vlaams nationalisten. Ik herinner mij als geen ander het volgende (en Jurgen Verstrepen kan dat getuigen) :
In 2004 organiseerden de Vlaams Belang Jongeren in Dilbeek een fuif. Vanhecke, Annemans en Dewinter waren daar aanwezig. Plots kwamen er Duitse en Franstalige neonazi's opduiken die ook hun rechterarm meer dan normaal naar boven staken. Ik ergerde mij daar rot aan. Verstrepen ook, want die kreeg het met die kerels aan de stok omdat hij hun cd met nazimuziek niet wou draaien. De vernoemde kopstukken stonden aan de toog en....keken er naar.
Reeds vanaf 2004 kon ik bij herhaling vaststellen dat Vlaams Belang medewerkers en mandatarissen meer dan vriendschappelijke banden onderhielden met extreem-rechtse nazifiguren. Ik heb dat herhaaldelijk intern aangekaard. Maar voorzitter Valkeniers deed.....niets.
Op de duur begon ik te vernemen dat sommige van de Vlaams Belang jongeren op een systematische manier vandalisme of erger gingen plegen. In Dilbeek weet haast elke bewoner over wat ik het heb. Etalages van handelaars die het durfden om tweetalige opschriften te gebruiken werden ingesmeten of besmeurd met verf. Een auto die te koop stond met een bordje ' a vendre ' werd gevandaliseerd, een gevel van een restaurant werd beklad. Zelfs tot vandaag zijn die sporen van vandalisme nog te zien in deze gemeente. Dat zijn geen politieke acties meer, maar dat is vandalisme. En het plaatselijke politieke kopstuk was daar perfect van op de hoogte ! Wat is het volgende ? Een molotovcoctail binnengooien bij een Franstalige ? Dat ging en gaat voor mij te ver. Ik vond het mijn plicht dat te melden bij de voorzitter. Maar die deed....niets.
Dus moest ik het wel elders melden. ...
Tot slot, stel u eens voor dat het VB zou ontdekken dat een andere partij zich bezig hield met dergelijke praktijken. Zou het lang duren voor het VB op de barricade zou staan roepen ? Zou het VB dan klagen dat de staatsveiligheid hierover geïnformeerd werd ?